Fran
2019 Hollanda
Ik heb me bang gevoeld, zeker, verdrietig, helder en later schuldig en boos en later wat meer acceptatie, zekerheid. Soms ook nog boos over hoe het voor anderen in andere landen niet mogelijk is een legale abortus te krijgen. Of over dat de abortuspil niet verkrijgbaar is bij de huisarts in Nederland. Soms ook nog bang dat deze ervaring me blijft achtervolgen en toch laat ik beetje bij beetje los. Voel ik me misschien verantwoordelijk. Slim. Moreel verantwoord. Het was denk ik het beste voor mij en daarmee denk ik ook voor het kind. Het kind verdient een moeder die het kind helemaal wil.
Heftig. Veel bloed. Niet pijnlijk. Wel schokkend. Er hing een bloedzak aan me. Die liet gelukkig vanzelf los. Een familielid heeft het bloed van de trap geveegd. Het was erg vermoeiend. Het eerste wat ik deed toen ik het bloed van me af had gespoeld was glimlachen naar het familielid. Het zat erop. Het was heftig om de eerste pil in de abortuskliniek te nemen. Al die ogen op me gericht. Ik dacht ook: ik moet het nu wel innemen. Daarvoor zijn we hier gekomen. Er was dus daar een stukje twijfel misschien. Eenmaal bij familie thuis ontstond er een gesprek: ik hoefde toch geen abortus te plegen. Ik kon het toch ook alleen opvoeden. Ik wilde het niet. Ik wilde dat het kind haar/zijn vader kon zien. En ik wilde die vader/man absoluut niet in mijn leven. Dat was me duidelijk. Vier pillen vaginaal instoppen was niet moeilijk. Het duurde bij elkaar ook allemaal niet zo lang. De volgende dag was ik weer aan het werk. Ik heb lang nagebloed. Een maand. De eerste keer in de abortuskliniek was overigens heel naar. Ik was alleen en had aan de telefoon gezegd dat ik niet alleen wilde komen. Ik heb ontzettend gehuild, omdat ik me heel erg alleen voelde. Ik was ook van te voren niet op de hoogte dat er een echo zou worden gemaakt. De medewerkers van de abortuskliniek zijn overigens erg vriendelijk. Lief, troostend en informerend.